Saturday, 12 May 2007

Democracia Dominicana II

Vorig jaar was ik tijdens de parlementsverkiezingen in Santo Domingo. Zoals gebruikelijk in dit soort landen wordt er dan een batterij Westerse waarnemers ingevlogen, die na de verkiezingen hun oordeel gaven. Ze waren vorig jaar zeer tevreden over de Dominicaanse verkiezingen, geen onregelmatigheden, geen fraude, ‘een voorbeeld van vrije en eerlijke verkiezingen’. Iedereen blij, en de waarnemers vlogen weer naar huis.
Rechtreekse fraude, dubbel stemmen, manipuleren van het tellen van stemmen, sommige regio’s niet van stembiljetten voorzien, dat komt in de Dominicaanse Republiek inderdaad nauwelijks voor. Maar wat de waarnemers met hun bliksembezoeken missen is een voorbeeld van hoe democratie in de derde wereld nog niet half functioneert hoe het zou moeten, en hoe wij door dat misleidende label van ‘vrij en eerlijk’ dat in het Westen niet door hebben.

De grootste Dominicaanse politieke partij op het moment, de Partido de Liberacion Dominicana (PLD) heeft meer dan een miljoen leden, op een bevolking van 8 en een half miljoen. Ter vergelijking, het CDA heeft 69.000 leden, op een bevolking van 16 miljoen. Alles draait dan ook om ‘organisatie’, de PLD is op dit moment het best georganiseerd. Dominicaanse partijen hebben geen politiek-ideologisch programma, of hebben dat in elk geval niet meer.
De Dominicaanse democratie kent verschillende manieren om stemmen te werven, vrijwel alle volgens een clientelistisch systeem. Ten eerste kan je mensen simpelweg betalen om op je te stemmen. Maar dat is vrij prijzig. Het is natuurlijk geheim, maar zeer welingelichte bronnen vertellen me dat een stem 1500 pesos kost, €34,-, en dat alle partijen het doen. Het is ook vrij bewerkelijk, want hoe controleer je of iemand ook echt op jou heeft gestemd? Sinds enige tijd zijn mobiele telefoons in stemhokjes hier verboden. Niet omdat ze te veel overlast zouden geven, nee, maar omdat de fotocamera’s in telefoons gebruikt werden om bewijs te leveren dat op de betalende partij is gestemd.
Uitendelijk veel minder kostbaar is mensen door giften aan je te binden zodat ze uit zichzelf op je stemmen. In campagnetijd delen politieke partijen voedselpaketten, cement, kleren, en andere dagelijkse behoeften van de armen uit, vergezeld van petjes en T-shirts in partijkleuren, om hele dorpen gunstig te stemmen. De loyaliteit die deze relatieve kleinigheden op het platteland opleveren kan groot zijn. Een Engelse AIO hier op veldwerk vertelde me dat in het dorp waar hij zat een oud vrouwtje al jaren elke verkiezing op de PSRC stemt, omdat die partij haar twintig jaar geleden een kip gaf. En als de anderen je niets geven, waarom zou je dan op hen stemmen, ook al is je loyaliteit maar op één kip gebaseerd? En als je een vlaggenzwaaiende menigte nodig hebt, stuur je gewoon een paar pick-up trucks naar een dorp, geeft iedere rondhangende dorpsbewoner die kan lopen een fles rum, en je hebt je enthousiaste menigte.
Maar natuurlijk is niet iedereen met een kip te vangen. Daarvoor heb je de ‘botella’, letterlijk ‘fles’. Het heeft waarschijnlijk ook wat met die fles rum te maken, maar het slaat hier op het uitdelen van baantjes aan partijgenoten. Dan gaat het niet alleen om de hoogste posten op ministeries, maar om alle posten op ministeries, en bij alle overheidsdiensten, van hoog tot laag, van de generaal en de accountant tot de kok en de schoonmaker. Vandaar die één miljoen leden van de PLD. En vandaar die 800.000 leden van de tweede partij, de PRD, die alle 800.000 wachten tot het de volgende vier jaar hun beurt is. Als dat geen participatieve democratie is!
En dan heb je nog de weldenkende goed opgeleide rest die geen ‘botella’ nodig heeft, of er niet aan mee wil doen, en de marginalen die het aan netwerken ontbreekt. Het enige wat hen rest is uit wanhoop maar stemmen op de kandidaat die het meest integer overkomt, uit ijdele hoop dat hij (nog geen zij) eindelijk een eind maakt aan al die corruptie. Maar dat gebeurt nooit. Een president wordt nooit gekozen zonder ‘organisatie’, zonder de steun van een om kippen en/of werk smachtende achterban.Het echte probleem hierachter is dat in landen als de Dominicaanse Republiek er voor de vorm wel een democratie bestaat, maar dat het de overheid aan invloed en middelen ontbreekt om structureel beleid te maken om iets te veranderen. En ik ben ervan overtuigd, en met mij de politiek geograaf Peter Taylor, dat dat voor veel zogenaamd democratische ontwikkelingslanden als India of Brazilië of Zuid-Afrika of Indonesië, en zelfs minder democratische zoals Venezuela, geldt. Overheden in zulke landen hebben vergeleken met internationale organisaties, buitenlandse investeerders en mondiale ontwikkelingen te weinig invloed op de economie van hun land, er zijn teveel mensen die niet structureel en op lange termijn, maar direct van alles broodnodig hebben, en de beastinginkomsten zijn lang niet voldoende om een structureel sociaal systeem op te zetten. Dus geef je mensen af en toe een kip of een zak cement, of een overheidsbaan. En elke vier jaar vrije en eerlijke verkiezingen.

2 comments:

Anonymous said...

Waarom schroeven ze daar de belastingen niet op? Hier zijn we ooit ook met weinig begonnen.
De noordelijke landen van Europa hebben het beste sociale stelsel. Ook de meest rechtvaardige belastingheffing. Ik heb nooit begrepen waarom andere landen daar niet voor kiezen. Vermoedelijk hebben de superrijken daar teveel macht en verdedigen die hun belangen.
Een andere verklaring kan zijn: de intellectuele ontwikkeling van de lagere klasse laat te wensen over. Ze slaan als het ware een fase over.Toen wij hier Drees hadden leefde tegelijkertijd de wens om de lagere klasse te 'ontwikkelen'.
Klaske

Anonymous said...

Hey Frans,

Alles goed? Ik heb eindelijk tijd om ook daadwerkelijk een bericht achter te laten. interessant en leuk om al je verhalen te lezen.

Misschien dat ik wat cynisch ben maar ik vraag me altijd weer af of dit soort landen uberhaupt de kans krijgen om zich werkelijk verder te ontwikkelen zonder een serieuze verandering in het huidige politiek-economische wereldsysteem.

Hoe dan ook, tot schrijfs!

Groeten, Rutger