Sunday, 27 May 2007

Quizje

Mijn blog kan wel wat interactiefs gebruiken, een klein testje om te kijken of er nog mensen lezen.
Dus, wat betekenen de volgende hier gebruikte woorden (niet googlen!)?

Guachimán
Jonrón
Carro
Blinblin

Sosúa


Afgelopen weekend was ik, na ruim twee maanden, voor het eerst hier op het strand, in zwembroek en in het water. Eerder al wel in spijkerbroek in Labadee in Haiti op het strand, maar dat was werk, en is toch anders. Nu was ik ook voor werk naar de badplaats in het Noorden van de Dominicaanse Republiek, Sosua. Het is een verschrikkelijk toeristendorp, met Hollanders met Heineken in cafe Zeezicht, Duitsers in hun schnitzelrestaurants, Britten in hun pub, Amerikanen in hun steak en burger restaurants, en zelfs Canadezen in hun eigen bars. Maar het dorp heeft een erg interessante geschiedenis, in 1940 gevestigd als kibboets achtige gemeenschap van Joodse vluchtelingen. Ik schrijf daarover, had een heel leuk interview met een 98-jarige oorspronkelijke vluchteling, een van de weingen die nog in leven zijn en in Sosua wonen. Werk dus, maar er was ook wat tijd voor het strand. En meteen flink verbrand, tsja eigen schuld dikke bult.
Sosua

Fruit van de week VI: Cajuilito Soliman


Naam: Cajuilito Soliman (Dom.), djamboe semarang/Java-appel (Nl.), Syzygium samarangense (Lt.)

Kleur: Roze, met formaat en vorm van een aardbei

Vruchtvlees: Wit

Smaak: Fris, als een appel

Prijs op straat: 10 pesos (€ 0,23) voor bakje van ongeveer tien

Friday, 18 May 2007

Honger

Het gaat de Dominicaanse Republiek economisch voor de wind, een van de allerhoogste groeicijfers ter wereld, boven de 10%. Maar die voorspoed sijpelt nog niet door tot alle lagen van de bevolking. Het is een land van grote extremen, een flinke welvarende middenklasse, maar ook een grote onderklasse op derde wereld niveau. Een deel van de bevolking leeft in sloppenwijken of op het platteland in armoede, en misschien niet de 47 % van Haïti, maar toch een aanzienlijk deel van de bevolking is ondervoed.
Terwijl de kindertjes in de sloppenwijken en de schoenpoetsertjes honger lijden wordt op de radio reclame gemaakt voor pilletjes om de eetlust van rijke kindertjes op te wekken. Het is toch altijd weer lastig als je verwende nestje zijn biefstuk niet lust, nietwaar? Dus hoor je op de radio een kind enthousiast roepen “hambre! hambre! mama tengo hambre!” (‘honger! honger! mama ik heb honger!’). Moeder opgelucht, eindelijk heeft kindlief honger. Dankzij de pilletjes.
Ikzelf lijdt geen honger, maar ben wel flink afgevallen. Dat kan komen doordat ik deze week met griep op bed lag, maar meer doordat je hier in de tropen denk ik gezonder eet. Meer vers fruit, minder behoefte aan vette snacks, en sowieso door de hitte meer dorst dan behoefte aan veel eten. Het geeft wel een probleem, een aantal van mijn broeken zijn me nu te wijd geworden. En hier nieuwe kopen is onbegonnen werk, die bestaan er gewoonweg niet in mijn lengte. Mischien dat ik maar eens wat van die pilletjes moet kopen.

Fruit van de week V: Chinola



Naam: Chinola (Dom.), Maracuyá (Sp.) Passievrucht (Nl.), Passiflora edulis (Lt.)
Kleur: Groen-geel-oranje
Vruchtvlees: oranje met veel zachte bruine pitjes
Smaak: Zoet-zuur, tussen sinasappel en citroen in
Prijs in de supermarkt: 69 pesos (€ 1,61) voor zak van een kilo

Saturday, 12 May 2007

Democracia Dominicana II

Vorig jaar was ik tijdens de parlementsverkiezingen in Santo Domingo. Zoals gebruikelijk in dit soort landen wordt er dan een batterij Westerse waarnemers ingevlogen, die na de verkiezingen hun oordeel gaven. Ze waren vorig jaar zeer tevreden over de Dominicaanse verkiezingen, geen onregelmatigheden, geen fraude, ‘een voorbeeld van vrije en eerlijke verkiezingen’. Iedereen blij, en de waarnemers vlogen weer naar huis.
Rechtreekse fraude, dubbel stemmen, manipuleren van het tellen van stemmen, sommige regio’s niet van stembiljetten voorzien, dat komt in de Dominicaanse Republiek inderdaad nauwelijks voor. Maar wat de waarnemers met hun bliksembezoeken missen is een voorbeeld van hoe democratie in de derde wereld nog niet half functioneert hoe het zou moeten, en hoe wij door dat misleidende label van ‘vrij en eerlijk’ dat in het Westen niet door hebben.

De grootste Dominicaanse politieke partij op het moment, de Partido de Liberacion Dominicana (PLD) heeft meer dan een miljoen leden, op een bevolking van 8 en een half miljoen. Ter vergelijking, het CDA heeft 69.000 leden, op een bevolking van 16 miljoen. Alles draait dan ook om ‘organisatie’, de PLD is op dit moment het best georganiseerd. Dominicaanse partijen hebben geen politiek-ideologisch programma, of hebben dat in elk geval niet meer.
De Dominicaanse democratie kent verschillende manieren om stemmen te werven, vrijwel alle volgens een clientelistisch systeem. Ten eerste kan je mensen simpelweg betalen om op je te stemmen. Maar dat is vrij prijzig. Het is natuurlijk geheim, maar zeer welingelichte bronnen vertellen me dat een stem 1500 pesos kost, €34,-, en dat alle partijen het doen. Het is ook vrij bewerkelijk, want hoe controleer je of iemand ook echt op jou heeft gestemd? Sinds enige tijd zijn mobiele telefoons in stemhokjes hier verboden. Niet omdat ze te veel overlast zouden geven, nee, maar omdat de fotocamera’s in telefoons gebruikt werden om bewijs te leveren dat op de betalende partij is gestemd.
Uitendelijk veel minder kostbaar is mensen door giften aan je te binden zodat ze uit zichzelf op je stemmen. In campagnetijd delen politieke partijen voedselpaketten, cement, kleren, en andere dagelijkse behoeften van de armen uit, vergezeld van petjes en T-shirts in partijkleuren, om hele dorpen gunstig te stemmen. De loyaliteit die deze relatieve kleinigheden op het platteland opleveren kan groot zijn. Een Engelse AIO hier op veldwerk vertelde me dat in het dorp waar hij zat een oud vrouwtje al jaren elke verkiezing op de PSRC stemt, omdat die partij haar twintig jaar geleden een kip gaf. En als de anderen je niets geven, waarom zou je dan op hen stemmen, ook al is je loyaliteit maar op één kip gebaseerd? En als je een vlaggenzwaaiende menigte nodig hebt, stuur je gewoon een paar pick-up trucks naar een dorp, geeft iedere rondhangende dorpsbewoner die kan lopen een fles rum, en je hebt je enthousiaste menigte.
Maar natuurlijk is niet iedereen met een kip te vangen. Daarvoor heb je de ‘botella’, letterlijk ‘fles’. Het heeft waarschijnlijk ook wat met die fles rum te maken, maar het slaat hier op het uitdelen van baantjes aan partijgenoten. Dan gaat het niet alleen om de hoogste posten op ministeries, maar om alle posten op ministeries, en bij alle overheidsdiensten, van hoog tot laag, van de generaal en de accountant tot de kok en de schoonmaker. Vandaar die één miljoen leden van de PLD. En vandaar die 800.000 leden van de tweede partij, de PRD, die alle 800.000 wachten tot het de volgende vier jaar hun beurt is. Als dat geen participatieve democratie is!
En dan heb je nog de weldenkende goed opgeleide rest die geen ‘botella’ nodig heeft, of er niet aan mee wil doen, en de marginalen die het aan netwerken ontbreekt. Het enige wat hen rest is uit wanhoop maar stemmen op de kandidaat die het meest integer overkomt, uit ijdele hoop dat hij (nog geen zij) eindelijk een eind maakt aan al die corruptie. Maar dat gebeurt nooit. Een president wordt nooit gekozen zonder ‘organisatie’, zonder de steun van een om kippen en/of werk smachtende achterban.Het echte probleem hierachter is dat in landen als de Dominicaanse Republiek er voor de vorm wel een democratie bestaat, maar dat het de overheid aan invloed en middelen ontbreekt om structureel beleid te maken om iets te veranderen. En ik ben ervan overtuigd, en met mij de politiek geograaf Peter Taylor, dat dat voor veel zogenaamd democratische ontwikkelingslanden als India of Brazilië of Zuid-Afrika of Indonesië, en zelfs minder democratische zoals Venezuela, geldt. Overheden in zulke landen hebben vergeleken met internationale organisaties, buitenlandse investeerders en mondiale ontwikkelingen te weinig invloed op de economie van hun land, er zijn teveel mensen die niet structureel en op lange termijn, maar direct van alles broodnodig hebben, en de beastinginkomsten zijn lang niet voldoende om een structureel sociaal systeem op te zetten. Dus geef je mensen af en toe een kip of een zak cement, of een overheidsbaan. En elke vier jaar vrije en eerlijke verkiezingen.

Monday, 7 May 2007

Democracia Dominicana


Gisteren waren niet alleen de Franse presidentsverkiezingen, maar ook de Dominicaanse ‘primaries’ voor de Presidentsverkiezingen van de regeringspartij, PLD. Voor het geval je het gemist hebt, de huidige President Leonel Fernandez won met ruime marge van zijn uitdager Danilo Medina.
De kosten, intensiteit, en duur van verkiezingen hier, inclusief voorverkiezingen, is vanuit Nederland, waar voor interne partijverkiezingen bij wijze van spreken drie keer een cafe wordt afgehuurd voor een debatje, moeilijk te vatten. Maandenlang spenderen de kandidaten voor het kandidaatschap miljoenen aan campagnes, op TV is ongeveer de helf van alle reclames politiek, de nieuwsprogramma’s praten over bijna niets anders, en de partijbijeenkomsten worden niet gehouden in achterafzaaltjes of in de RAI voor een handvol verveelde bezoekers, maar in enorme stadions met tienduizenden uitzinnige supporters.
De Dominicaanse politiek draait op alle niveaus volledig om de poppetjes, en campagnes zijn volledig op de persoon van de leider gericht. Enig inhoudelijk debat, een programma, of zelfs loze beloftes ontbreken volledig. Het blijft beperkt tot algemene slogans over de capaciteiten van de beoogde leider. En om de afstand met de leider te verkleinen staan politici bekend bij hun voornaam: President Leonel, die Hipólito opvolgde, en nu campagne voerde tegen Danilo. Het zijn allemaal wel aparte voornamen, als je José of Maria heet kan je vast geen groot Dominicaans politicus worden. Dit leidt tot soms wel erg infantiele reclames, zoals die van Leonel die zijn populariteit probeert te vergroten door het introduceren van het op zijn voornaam gebaseerde ‘L-teken’, met duim en wijsvinger (en daarbij ook gebruik makend van de woordspeling waarbij ‘L’ als ‘El’ wordt uitgesproken, en dat beketent ‘Hij’) (zie foto, 'Improviseert niet. Alleen met Leonel win je'). In zijn reclamespotjes loopt heel Santo Domingo elkaar lachend het L-teken te geven, maar in de echte wereld ben ik het nog niet tegen gekomen.

Saturday, 5 May 2007

Fruit van de week IV: Caña



Naam: Caña (Sp.), Suikerriet (Nl.), Saccharum (Lt.)
Kleur: Bruin na oogst
Vruchtvlees: geel-wit, taai en korrelig
Smaak: Zoet, suikerwater met sterke rietsuikersmaak
Prijs op straat: 15 pesos (€ 0,34) voor drie stengels


Ter gelegenheid van mijn bezoek aan de andere kant van het eiland, suikerriet. Traditioneel de ruggegraat van de Dominicaanse economie, en de bron van enorme welvaart voor Frankrijks meest produktieve kolonie in de 18e eeuw, Saint-Domingue (het huidige Haiti). Toen haalden de Fransen grote hoeveelheden slaven naar Haiti, om suikerriet te kappen. Tegenwoordig trekken Haitianen massaal naar de Dominicaanse Republiek, om suikerriet te kappen.

Strikt gezien is suikerriet natuurlijk geen fruit, meer een uit de kluiten gewassen gras, maar het wordt hier net als fruit op straathoeken verkocht. Je kan erop kauwen, om er een zoet sap uit te zuigen. Best lekker, maar een halve stengel is mij wel genoeg.

Friday, 4 May 2007

Boekenweken


Dominicanen zijn in het algemeen geen grote lezers. Dat heeft in de eerste plaats met educatieve en economische beperkingen te maken. Boeken zijn duur, als je net geld hebt voor een bord rijst en bonen, en mensen die zich hebben opgewerkt tot de middenklasse hebben vaak thuis niet leren boeken lezen en geen lezende rolmodellen gehad in hun huis en dorp. Aan de andere kant hebben de meeste mensen vaak wel een televisie, maar geen boekenkast. Er is dan ook een culturele oorzaak, Dominicanen zijn erg sociaal, hebben grote families, en kennen niet zoveel momenten alleen of samen thuis op de bank als wij. En lezen in gezelschap, dat doe je niet.
De infrastructuur is hier ook op aangepast. In de comfortabele moderne intercity touringbussen hier heb je wel airco en televisies, maar geen leeslampjes om als het donker wordt tijdens de soms uren durende reis wat te lezen. Een deel van de middenklasse en elite leest natuurlijk wel, maar begeeft zich niet zo vaak in het openbaar vervoer en andere plaatsen voor het plebs. Het valt dan ook extra op als er eens iemand wel in een wachtkamer of in de bus een boek leest. En soms zijn mensen die wel lezen daar erg enthousiast mee. Zo zag ik gisteren een mevrouw een boek lezen in de auto in het trage verkeer tijdens de spits, achter het stuur. En laatst zag ik een meisje een boek lezen achter op de motortaxi, in volle vaart.
En, de jaarlijkse international boekenbeurs van Santo Domingo, de Feria del Libro, is een van de grootste evenementen van het jaar, erg druk bezocht, en anders dan ik dacht echt besteed aan boeken, niet met een overdaad aan verstrooiende randprogramma's. Het duurt twee weken, en op een doordeweekse avond was het er vol schoolkinderen, en families die boeken voor hun kinderen kochten. Misschien doen ze dat maar een keer per jaar tijdens de Feria, maar het is een begin.
Feria del Libro

Wednesday, 2 May 2007

Haitien(ne)s


Het schijnt dat kinderen in ontwikkelingslanden Westerse bezoekers graag om pennen vragen, of misschien is dat iets van vroeger. In Haiti heb ik geen interesse in pennen gemerkt, wel willen veel mensen graag op de foto. Een deel wil absoluut niet gefotografeerd worden en kan boos worden als je wel een foto neemt, maar voor veel Haitianen, vooral kinderen, is op de foto gaan iets speciaals. Zeker als ze daarna het resultaat op een schermpje van een digitale camera kunnen zien. Ze nemen het poseren erg serieus, maar het levert ze niet zoveel op, niemand heeft een e-mailadres waar ik het naar toe zou kunnen sturen.