Monday, 30 April 2007

Haiti III - Labadee ®

Vrijdag vroeg meldde mijn gids en Creoolse vertaler Léandre zich bij mijn hotel in zijn Toyota Hilux. Léandre werkt normaal voor telefoonmaatschappij Digicel, en is zeker een welvarende Haitiaan, die naast Creools ook Frans, Spaans en Engels spreekt. Voor honderd dollar voor de hele dag, inclusief auto, was hij mijn gids, dat is ongeveer het minimum tarief voor gidsen die door journalisten en ontwikkelingswerkers betaald worden. Voor de meeste Haitianen die het geluk hebben uberhaupt een baan te hebben is het een maandloon. Ik kwam aan mijn gids door een prachtige netwerk-keten. De Britse Oxfam-medewerkster in Santo Domingo die ik ken, Ilana, heeft me in contact gebracht me Fe, een Amerikaans-Maagdeneilandse journaliste in Santo Domingo, die me aanraadde de Amerikaanse Haiti-kenster Elizabeth op te zoeken, die me introduceerde bij Edwin, een voormalige Haitiaanse consul in de Dominicaanse Republiek, die Martine in Cap-Haitien voor me aan het werk zette, die vervolgens Léandre voor me regelde.
Het bezoek aan Cap-Haitien van drie dagen was een mooie test voor een langer bezoek later in mei aan Port-au-Prince. Maar het hoofddoel was een bezoek aan Labadie voor een reportage, en een reeks interviews eromheen, voor een vrij omvangrijk artikel. Labadie is een prachtige baai ten noordwesten van Cap-Haitien, met prachtige stranden. Labadie is 20 jaar geleden geleased door de cruise-maatschappij Royal Caribbean, en ontwikkeld als ‘private destination’. Dat wil zeggen dat het is omgedoopt tot Labadee, en met een streng bewaakte hek van de buitenwereld afgesloten. In het weekend kunnen rijke Haitianen er voor 2 dollar naar binnen, maar doordeweeks komen er cruise-schepen die duizenden gasten op het strand dumpen, om watersporten te doen, te jetskien, zonnebaden, hamburgers en hotdogs van het buffet te eten, of om de ‘authentic Haitian fleamarket’ te bezoeken. Toen ik er was lag het grootste passagiersschip ter wereld, de Freedom of the Seas, er, en liepen er een goede vierduizend toeristen rond.
Vanwege de veiligheidssituatie mogen ze het hek niet uit, en de meesten hebben geen idee van de situatie aan de andere kant van het hek, of dat ze uberhaupt in Haiti zijn. Het was nog vrij lastig om te regelen dat ik er op cruise-dag binnen te komen, maar de dochter van de erg behulpzame Nederlandse consul werkt voor Royal Caribbean, en dat hielp. Ik kreeg een rondleiding van haar, had een interview met de site-manager, wat interviews met toeristen, en Léandre regelde een bezoek aan het dorp Labadie, dat alleen per boot bereikbaar is, en waar de meeste Haitiaanse werknemers van het resort vandaan komen. Ook daar had ik een paar interviews, met Creools-Franse vertaling.
Het verliep allemaal erg soepel, prachtig materiaal, veel voorspoediger dan ik gehoopt had. Het wordt vast een mooi artikel. En ’s avonds kon dat gevierd worden toen de eigenaar van het hotel, een jonge in Haiti geboren Amerikaan die het van zijn ouders geerfd had, en de Duitse consul, van een al sinds 1832 in Haiti wonende Duitse familie, me meenamen naar een lokale bar. De clientele van La Kaye bestond uit de elite van Cap-Haitien en VN-medewerkers, maar de sfeer was erg down-to-earth en hartelijk, niets van het patserige, arrogante, geforceerd hippe wat het gros van de Dominicaanse elite heeft.
Voordat ik weet welke foto's voor bij het artikel nodig zijn hier geen foto’s van Labadie, alleen van de omgeving.
Haiti - Labadie

No comments: