Friday, 30 March 2007

Netwerken


Gisteren viel in mijn appartement voor het eerst de elektriciteit uit. Dat is op zich niets raars hier, wel dat het een week duurde voor het voor het eerst gebeurde, en maar tien minuten. In volksbuurten valt de elektriciteit elke dag uit, van 's ochtends tot 's middags, uren lang. En op het plattenland is het soms nog erger. Zelfs in de duurdere wijken valt de stroom regelmatig uit. Op de dure privé-universiteit waar ik zit te tikken gebeurt het elke dag wel een keer. Dan wordt de stroom direct opgepikt door een eigen generator, geen probleem dus. Iedereen die een beetje geld heeft heeft thuis een 'inversor' als back-up voor als de stroom uitvalt.

Ik heb geen inversor. Dat is ook niet nodig. Bij mij valt de stroom nooit uit. Ik woon namelijk op twee blokken van het Palacio Nacional (zie foto). Een Babar-achtig paleis waar de president woont, het Witte Huis van de Dominicaanse Republiek. En de president moet natuurlijk altijd stroom hebben, dat spreekt voor zich. Hij is de baas. Omdat ik op hetzelfde netwerk als het Palacio Nacional zit, valt bij ons de stroom nooit uit. Behalve gistermiddag dus. Misschien was de president niet thuis...

Thursday, 29 March 2007

Fractura


Het was een rare dag vandaag. ’s Ochtends naar de gevangenis van La Victoria (zie stuk hieronder), erg heftig. En ’s middags besloot ik de kleine teen waar ik al ruim anderhalve week last van heb te laten nakijken. De allereerste dag hier, vorige week maandag, stootte ik mijn teen in de badkamer. Onhandig, maar iets wat je overal kan overkomen. Hij werd wat dik en de andere tenen blauw. Maar hoewel dat blauw snel meer wegtrok, blijft die kleine teen pijnlijk. Voor de zekerheid ben ik toch maar even naar een privé-kliniek hier gegaan (de gratis openbare ziekenhuizen zijn hier van het type waar ze mijn teen waarschijnlijk na zes uur wachten geamputeerd zouden hebben, en dan vast nog de verkeerde voet). Na rontgen-foto’s bleek hij gebroken, una fractura. Nou is dat bij een teen geen ramp, gaat vanzelf wel weer over, maar het betekent wel nog een week of drie, vier intapen en lastig en pijnlijk lopen. Nu ja, vandaag leerde dat er zeker ergere dingen zijn. En positief vond ik dat ik in elk geval in staat was met señor doctor ortopedista Mois Haché in het Spaans over mijn medische conditie te praten.

La Victoria

Zoals sommigen van jullie me al hebben laten weten is een Nederlands meisje dat hier 10 jaar cel voor drugssmokkel heeft gekregen vollop in het nieuws in Nederland. Maar zij is maar het topje van de ijsberg. Er zitten hier 157 Nederlanders in de gevangenis, allemaal voor drugssmokkel.
Gisteren was ik voor het eerst naar een Domincaanse gevangenis met Nederlanders, überhaupt voor het eerst in een gevangenis trouwens. In La Victoria, een uur met een krakkemikkig busje over stoffige hobbelwegen buiten Santo Domingo, zitten 40 Nederlanders. Het was gisteren bezoekuur, en je komt er vrij makkelijk binnnen. Je betaalt hier en daar een ‘propina’, smeeergeld, zowel aan bewakers als rondhangende gevangenen die je naar de mensen die je wilt spreken brengen, en je bent binnen. En dat is erg heftig.
Wat me vooral beangstigde was de enorme chaos, en vrijheid waarmee iedereen in gangen, op de binnenplaats en in cellen rondhangt en rondloopt. Dat lijkt iets positiefs, vrijheid, maar is juist erg benauwend en bedreigend. Je voelt de hierarchie, de vetes, het recht van de sterkste. Je moet je door gangen vol rondhangende strak kijkende mannen wurmen om naar de cellen te gaan. Ik moet zeggen dat ik redelijk bang was, of in elk geval voortdurend oncomfortabel op mijn hoede. Je loopt tussen honderden gevangenen, met ergens in de verte één ongeinteresseerde bewaker. Volgens de mannen die ik sprak zijn er regelmatig steekpartijen, en wordt in de 'slechtere' blokken vrijwel wekelijks iemand vermoord.
De gangen zijn donker, en de gevangenen zitten met ongeveer 20 man in cellen van 25 vierkante meter, elk met een vies keukentje en wc-tje. De cel is ingericht in kleine prive-compartementjes met kleedjes ervoor, zelfgebouwd lijkt het. Met houten schotten zijn stapelbedden gebouwd, en in combinatie met loshangende electriciteitskabels en de kleedjes lijkt het extreem brandgevaarlijk. Ze krijgen geen eten, je moet alles zelf kopen. Eten, water, tandpasta, kleren, zeep, alles. Dominicanen krijgen dat meestal van familie, buitenlanders krijgen wat geld van de ambassade of ook van familie. Maar als je niemand hebt heb je pech, en moet je je kostje binnen de gevangenis ‘verdienen’ door klusjes vor medegevangenen te doen, of afdwingen. Overal worden handeltjes gedreven, alles is te koop. Op bezoekdag is er ook wat familie, maar het is een mannengevangenis en er liepen vooral veel jonge vrouwen rond, prostituees. Het kan kennelijk allemaal. Terwijl ik een Nederlander interviewde dook een meisje vlak na elkaar met twee verschillende gasten voor een minuut of vijf in een compartementje naast ons. Vragen om naar een plekje met wat meer privacy te gaan was zinloos geweest, dat is er niet.
De interviews bewaar ik voor de krant, maar het was erg zwaar de jongens die ik gesproken heb daar achter te laten en weer de vrijheid in te gaan. De meesten zijn geharde smokkelaars, en voor hen is dit hun leven, of in elk geval een ingecalculeerd risico. Maar sommigen zijn er echt ingeluisd, misschien wat naief, maar op de meest verschrikkelijke manier voor tien jaar in de hel terechtgekomen. Ik ga in elk geval, ook als het artikel af is, nog een keer terug. De meeste Nederlanders hebben nooit of nauwelijks bezoek gehad, behalve van mensen van de ambassade. En zelfs dat komt vaak neer op niet meer dan een chauffeur die hun maandelijkse financiele bijdrage komt brengen.
Waar ik vantevoren verwachtte een groot contrast tussen binnen en buiten de gevangenis aan te treffen, ging de chaos van binnen naadloos over op de chaos van buiten. De gevangenis ligt in een arm dorp, met een drukke, stoffige markt. Bij het naar buiten gaan werd ik belaagd door een horde straatkinderen die allemaal de stempel die ik op mijn hand had gekregen eraf wilden wassen met zeep. In ruil voor een propina natuurlijk. Er hing al snel een kluwe kinderen aan mijn arm, druk boenend en onderling vechtend en schreeuwend om mijn hand. Na de indrukken van de gevangenis was ik een beetje numb, en concentreerde me op het beschermen van mijn portemonnee. Duwen of schreeuwen hielp niet, maar een bewaker joeg ze met rake klappen met een stok uit elkaar. Eén meisje greeg een speciaal harde tik, en lag kermend op de grond. Ik gaf twee meisjes die het eerst waren in de kluwe een muntje, maar heb me niet vaak zo rot gevoeld. Het is hier een keiharde wereld, zowel binnen als buiten de gevangenis. En dan komen de SBS/Nieuwe Revue-media met reportages over Nederlanders ‘gevangen in het paradijs’. Welk paradijs? Echt, een wit strand met een palmboom hier en daar maakt een land nog geen hemel op aarde.

Monday, 26 March 2007

Zandwensen


Vlakbij mijn huis is een winkel die iets aparts verkoopt, kijk maar op de etalage: Sandwishes. En overal hier zie je tot nu toe onbekende produkten en woorden. Zo kon ik gisteren een chesse-buerger kopen. Niet alleen met Engelse woorden wordt slordig omgegaan, om het netjes te zeggen, maar ook met Spaanse. Veel voorkomend is het schrijven van een 'b' als er een 'v' moet staan, fonetisch spellen, baca, labanderia, etc. Dat heeft natuurlijk met het onderwijs te maken. Terwijl ik nu op het plaza met wifi van een van de luxueuze prive-universiteiten zit te tikken, met welvarende, goed opgeleide studenten en docenten om me heen, is onderwijs voor de massa beperkt tot een paar jaar lagere school, een paar uur per dag, met lessen van volledig overwerkte en onderbetaalde meesters en juffen. Geen wonder dat veel mensen een woord nog wel eens verkeerd spellen. En ach, dat doen we allemaal wel. Maar toch, als je iets zo groot en pontificaal op je etalageraam publiceert, dan kan wat research naar hoe je zoiets nou echt schrijft toch geen kwaad?
Maar, misschien zie ik het wel helmaal verkeerd, en verkoopt mijn straatgenoot echt zandwensen. Dat klinkt trouwens erg mysterieus, sandwish, misschien moet ik hem daar toch eens naar vragen...

Fruit van de week: Mango



Naam: mango (Sp.), mango (Nl.), mangifera (Lt.)


Kleur: geel/oranje met groene vlekjes


Vruchtvlees: diep oranje


Smaak: erg zoet en sappig, wel wat vezelig (flossen!)


Prijs op straat: 10 pesos (€ 0,23)




Dit is de meest voorkomende soort hier, een stuk kleiner dan de mangos die wij in Nederland krijgen (maar veel lekkerder). Ik sprak zaterdag op een barbecue een botanist, die werkt voor de nationale botanische tuinen hier, en hij vertelde dat er vele, vele soorten mangos zijn op het eiland, sommige groot, sommige klein, paars, rood, oranje, geel, sommige met veel vezels, andere zo zacht dat je ze met een lepel kan uitlepelen. Maar de mangos die je hier overal bij door Haitianen bemande karretjes op straathoeken kan kopen zijn van het kleine, vezelige, zoete soort.

Saturday, 24 March 2007

Appartement gevonden



Gisteren hebben we het huurcontract voor mijn nieuwe appartement getekend, de ‘advocaat’ betaald, en mijn spullen verhuisd. We zitten nu in een heuse koloniale villa, met ervoor een oude boom met exotisch aandoende draden eraan, En in elke kamer fans aan het plafond, hoge plafonds, en een relatief smaakvolle inrichting..
Ik zit nu niet meer in de Zona Colonial, en ook niet in een van de moderne wijken verder uit het centrum zoals vorig jaar, maar in villawijk Gazcue uit het begin van de twintigste eeuw. Op oude foto’s was het een suburb aan de rand van de stad, die toen alleen nog uit het historische centrum bestond. Eigenlijk net zoals de Paulus Potterstraat dus, min of meer.
Santo Domingo lijkt maar in bar weinig opzichten op Amsterdam, maar wat de opbouw van de stad en groei door de tijd betreft hebben ze veel gemeen. Santo Domingohad zijn glorietijd in de 16e-eeuw, toen de stad hét centrum van de Spaanse Nieuwe Wereld was. De Spanjaarden bouwden een flinke stad (zoveel mogelijk volgepropt met kerken lijkt het), en die is er nog steeds, de Zona Colonial. Daarna werden andere gebieden in koloniaal opzicht lukratiever, en dutte de stad enige eeuwen in. Eind negentiende en begin twintigste eeuw werd er een arbeiderswijk en een villawijk (Gazcue) bijgebouwd, en pas in de twintigste eeuw breidde de stad weer echt sterk uit. Heeft wel wat weg van de groei en historische opbouw van Amsterdam, niet?
Verschil is wel dat Santo Domingo in de laatste decennia explosief groeide, zoals het de hoofdstad van een ontwikkelingsland betaamt, tot drie miljoen inwoners. En dat gebeurde zonder Berlagiaanse of enige andere vorm van planning. De moderne delen van de stad doen eerder Amerikans aan, gebouwd in het auto-tijdperk. Brede wegen met overal parkeerterreinen en opritten voor woningen en winkels, betonnen appartementenblokken met altijd hekken eromheen, en winkels, restaurants en bars bij elkaar in winkelcentra en ‘malls’.
Maar, gelukkig bestaan de zestiende-eeuwse stad en het lommerrijke, ouderwets koloniaal aandoende Gazcue nog, en heb ik daar een plekje kunnen vinden.

Thursday, 22 March 2007

Appartementenjacht


Een eerste berichtje uit Santo Domingo. Het is goed hier terug te zijn, ik voel me bijna thuis ;-). Deze week ben ik vooral bezig geweest me hier een beetje te organiseren, vooral met het regelen van een appartementje.
Maandag na een lange lange reis in de regen aangekomen aan de Noordkust - in Puerto Plata - in de regen. Door de regen deden we maandag niet veel meer, nu ja, ach. Dinsdag samen naar Santo Domingo aan de Zuidkust gereden, en daar zit ik sinds dinsdag in een hotelletje vlakbij het koloniale centrum, de zona colonial. Dat is op zich prima, een mooi uitzicht vanaf het terras (zie foto) en met wifi in het hotel is het zelfs best aanlokkelijk hier maar te blijven. Maar, het is toch duurder dan een appartement, en bovendien is drie maanden in een hotel toch wat veel. En, bovenal, heb je in je eigen appartement toch wat meer privacy, nietwaar? Het zoeken, bellen en bekijken van appartementen heeft me tot nu het overdag het meeste tijd gekost. Geen probleem, volgende week aan het werk.
Het eerste appartement dat ik bekeek was een tip van een vrendin van Romarsi met een makelaarskantoor; 16.000 pesos (€ 368) per maand, prima gemeubileerd, met eetkeuken, woonkamer, slaapkamer, alles, inversor (electriciteits-back-up, de electriciteit valt dagelijks uit), en in de universiteitswijk. Een stuk rustiger dan dat klinkt, maar een beetje klein (nu ja, nog 50 vierkante meter schat ik), en wat ver weg van het centrum of andere wifi-punten. Omdat een internet-abonnement er voor drie maanden niet in zit is dat wel een must. Ik heb begrepen dat ze nogal langzaam zijn met aansluiten – dat kan wel een maand duren. Maar, wel goed bereikbaar per openbaar vervoer (daarover later zeker meer, haha).
Daarna een hele reeks minder aantrekkelijke tot rampzalige appartementen gezien, kris kras de stad door: in een smerig studentenhuis, volledig leeg en ongemeubileerd, heel ver weg, of een soort kamer met krakkemikkige douche in een garage. Er is veel, en dit was slechts wat er direct met nog maar half-intensief zoeken direct gemeubileerd voor relatief korte tijd beschikbaar was. Maar toch lastiger om iets voor onder de 20.000 pesos/450 euro te vinden. Tenslotte, vanochtend nog twee appartementen gezien, een in het historische centrum, met alles erop en eraan, wel wat kaal gemeubileerd, maar compleet (13.900 pesos). Maar, pas vanaf 7 april beschikbaar. En, van dezelfde eigenaar, een appartement met twee slaapkamers, in een klassieke villa vlak buiten de zonal colonial, voor 17.900 pesos. Al met al toch beter, vooral wat lokatie en ‘karakter’ dan het eerste appartement in de universiteitswijk. Ik maakte de volgende deal: tot en met 6 april in het tweeslaapkamerappartement, en daarna in het andere, voor de prijs van het goedkoopste appartement. Vanmiddag de sleutels opgehaald, contract getekend, en twee maanden deposito betaald. Er kwam ook nog comissie ‘voor de advocaat’ voor het contract bij. Geen advocaat gezien, maar dat schijnt hier normaal te zijn, bevestigde Romarsi, geen gringo-toeslag. Nu ja...